Süskind vertelt het levensverhaal van Jean-Baptiste Grenouille die op 17 juli 1738 wordt geboren op de Parijse vismarkt. Zijn ongehuwde moeder probeert
hem achter te laten tussen het visafval. Grenouille groeit op in een
particulier weeshuis,
en werkt later in een stinkende leerlooierij. Grenouille heeft geen
eigen lichaamsgeur maar ziet die handicap gecompenseerd door een erg
scherpe reukzin.
Door het ontbreken van een eigen geur wordt hij vaak niet opgemerkt en
kan hij zeer heimelijk zijn gang gaan. Op een dag wordt hij overvallen
door de fijne geur van een meisje en in een poging de geur te bezitten,
wurgt hij het kind. Dat voorval doet Grenouille beslissen om parfumeur te worden, "een schepper van geuren, niets minder dan de grootste
parfumeur ter wereld". Hij treedt in dienst bij verschillende
parfumeurs, eerst in Parijs en later in Grasse, waar hij de technieken aanleert om geuren te onttrekken aan bloemen en planten, zoals door middel van destillatie en enfleurage.
Grenouilles levensdroom is echter het scheppen van een eigen lijfgeur.
Hij ontziet niets of niemand om dat doel te bereiken en groeit uit tot
een seriemoordenaar.
Voor het scheppen van een eigen lijfgeur is het namelijk nodig de geur
aan een mensenlichaam te onttrekken en dat te conserveren. Hij
experimenteert om te ontdekken hoe dat moet, eerst op dieren, daarna op
mensen. Het lukt hem tenslotte een alles- overweldigend parfum te maken
waarmee andere mensen hem direct liefhebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten