vrijdag 20 februari 2015

Enkel de zeldzame mensen die tot liefde inspireerden zouden mijn slachtoffers worden.

Voor het eerst rook ik als een mens, en ik vond het afschuwelijk, ik stonk. Het verbaasde me dat andere mensen mijn geur niet als weerzinwekkend ervoeren. In tegendeel, iedereen ging uit de weg om plaats te maken voor mij, ik voelde me op slag uitermate trots en zelfverzekerd. Eindelijk werd ik geaccepteerd door die dwaze, stinkende meute die ik verachtte. Ik wist waartoe ik in staat was, ik kon de omnipotente God van de geur zijn en iedereen zou mij aanbidden en beminnen.

Ik bleef nog enkele weken in Montpellier om mijn roem in ontvangst te nemen en in te gaan op de vele uitnodigingen van salons waar ik werd uitgehoord over mijn holbestaan en genezing door de markies. Zo oefende ik mijn spraak en verkreeg ik een bepaalde zekerheid in de sociale omgang. Zelfs lichamelijk bracht deze verandering een verbeterde houding teweeg; ik liep vrijwel rechtop.

Begin maart vertrok ik stiekem in een onopvallend bruin reiskostuum en arriveerde na minder dan zeven dagen in Grasse, het onbetwiste productie- en handelscentrum voor geurstoffen, parfumeriewaren, zeep en olie. Mijn doel was technieken vergaren om geuren te verkrijgen, de enige reden waarom ik naar dit beloofde land van de parfumerie was gereisd. Tijdens het ronddwalen in de stad, leidde een plotse geuroverval me naar de tuin van een welgesteld huis. De geur nam me terug naar september 1753, de geur van het roodharige meisje. De bloem zou nog twee jaar moeten rijpen om een volgroeide geur te kunnen afgeven. Ik had nog twee jaar de tijd om de kennis te vergaren die de extractie van dit parfum zou verlangen. Ik wou deze geur absoluut bezitten, hij moest van mij zijn, niet vluchtig, niet voor even, voor altijd. Mijn eigen geur.

Ik kon aan de slag in een klein parfumeursatelier waar ik leerde om bloemengeuren op te slaan in vet en er een zeer geringe hoeveelheid essence te verwezenlijken. Ik bracht al mijn tijd door in het atelier, met het doel mijn persoonlijke geur aan te vullen en te perfectioneren. Naast een onopvallende variant van de menselijke geur had ik ook een meelijwekkende vorm van het parfum in mijn arsenaal die een duidelijke invloed had op oudere vrouwen. Buiten met mezelf, experimenteerde ik ook met de geurafgifte van levensloze voorwerpen vervaardigd uit metaal, hout, glas, steen... . De geursterkte was zeer miniem, maar ze was er. Al snel stapte ik over op levende objecten; larven, ratten en kleine katten die ik verdronk in het vet. Koeien, biggen en geiten bekleedde ik met in vet gedoopte lappen. Dit was echter geen groot succes aangezien de beesten de doeken van zich afschudden of zich verzetten tegen de dood waardoor hun angstzweet de natuurlijke geuren besmeurden. Als ik de dieren op hun gemak wist te stellen, zouden ze een pure geur kunnen achterlaten. Deze nieuwe tactiek probeerde ik uit op een jonge hond. Ik lokte hem mee met een stuk vlees en sloeg hem neer met een stuk brandhout. Het jonge diertje stierf met kwijl op de muil.

 
Ik hield het voor bekeken na de vele experimenten. Ik was ook niet geïnteresseerd in de mensengeur die ik toch zelf kon samenstellen. Enkel de zeldzame mensen die tot liefde inspireerden zouden mijn slachtoffers worden. 

5 opmerkingen:

  1. Bij het stuk tekst, met de vergelijking van de twee meisjes die Grenouille waren opgevallen, is het niet altijd duidelijk over welk van de twee meisjes het gaat. De titel vind ik niet zo goed gekozen, omdat het enkel gaat over de laatste alinea.

    Ik vind het echt erg hoe Grenouille overal onschuldige slachtoffers maakt, de dieren, om experimenten op uit te voeren. Hij probeert te ontdekken wat de beste manier is om een geur van iemand te ontdoen. En dit allemaal om de geur van het meisje te bezitten. Ik zou alleszins niet graag in haar schoenen staan.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De gelijkenissen tussen de meisjes lopen inderdaad een beetje door elkaar, dit was me nog niet opgevallen. De titels heb ik gekozen enerzijds om het gemakkelijker te maken voor jou en anderzijds om een vage blik te werpen op het einde van elk hoofdstuk. Elke titel is namelijk de laatste zin van het laatste hoofdstuk waarover elk deel gaat. Ik vond deze zinnen zeer dromerig en erg goed passen om te gebruiken als titel en eindzin om een hechte verbinding met het boek zelf uit te drukken.

    Grenouille kent geen grenzen en heeft dus ook totaal geen moeite met het maken van slachtoffers. In zijn ogen is dit noodzakelijk en is het onmogelijk om te weerstaan aan deze kansen om te experimenteren. Het doel heiligt de middelen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik heb de titel nog eens opgezocht in het boek, maar in deze context begrijp ik hem ook niet echt. Bedoeld Grenouille met die zin dat hij enkel mooie meisjes wou? Omdat mooie meisjes meer liefde krijgen van aanbidders? Of heeft hij het over meisjes die geliefd zijn in de omgeving?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hij is gefascineerd door aantrekkelijke meisjes. Voor de gewone mens bezitten deze een natuurlijke schoonheid maar volgens Grenouille is dit enkel de geur van de meisjes die ze zo begeerd maken en worden ze daarom als schoonheden gezien.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Het is vooral belangrijk dat de meisjes maagd zijn, enkel zo zijn ze puur en zuiver en voor Grenouille dus 'het neusje van de zalm'...

    BeantwoordenVerwijderen